Slecht luchtverbruik tijdens het duiken: deel 1

Luchtverbruik deel1

Sommige duikers lijken nooit aan het einde van hun lucht te komen, terwijl anderen worstelen om maar 30 minuten onder te kunnen blijven. In deze serie gaan we je helpen om je luchtverbruik omlaag te brengen en onder controle te krijgen.

 

Maarten geeft het teken van 50 bar aan zijn Divemaster. De Divemaster reageert met het teken van opstijgen en safety-stop, en 5 minuten later steekt maarten zijn hoofd boven water en zwemt in de richting van de boot die hem al gezien heeft en zachtjes op hem afvaart om hem op te pikken. Een slecht luchtverbruik is een drama, niet alleen voor Maarten, maar ook voor vele beginnende en soms ook gevorderde duikers.

Twintig minuten later; met een kop thee in zijn hand kijkt Maarten ongeduldige over de rand van de boot naar het water en vraagt zich af waar de rest van de groep blijft. Die benaderen nu de 60 minuten duiktijd. Hij weet dat hij een hoog luchtverbruik heeft, maar niemand kan toch meer dan een uur duiken, wel? Tien minuten later komt de groep boven en klimmen aan boord. De Divemaster noteert de details van de duik op zijn duiklijst; 60 bar, 50 bar en een dame heeft een verbluffende 120 bar over - minder dan een halve fles verbruikt voor een duik van een uur waar dieptes van 25 meter bereikt zijn.

Hoe doen ze dat?

Het gebruik maken van grotere flessen om te compenseren voor een hoog luchtverbruik is als het vragen van een slechte chauffeur om te vertrouwen op de airbag. Ergens ben je gaandeweg wat training mis gelopen of zijn vaardigheden niet voldoende ontwikkeld om je in staat te stellen langer te duiken met je luchtvoorraad. Ik hoor vele vakantieduikers klagen dat ze er niks aan kunnen doen; ze hebben nu eenmaal niet de aanleg die anderen hebben en dat ze niet bij machten zijn dit ooit onder de knie te krijgen. Veel gehoorde uitspraken zijn: ach ja, het is zo een van die dingen", "ik ben verschikkelijk met lucht" of "sorry ik heb niet zo'n goede conditie", "ik blijf wel wat ondieper", "Ik ben geen vis zoals sommige" , "geef mij maar een 15 liter-fles of liever een dubbelset anders kan ik niet bij blijven." 

Het probleem is dat grote duikflessen meer gewicht en meer weerstand geven in het water en daarmee dus ook meer ongemak. Hun extra capaciteit is dan ook vaak nodig om dit negatieve effect te verhelpen en leveren dus niet die extra duiktijd op. Dit gaat soms zo ver dat bij sommige duiken je beter met een kleinere in plaats van met een grotere fles kunt duiken, omdat de negatieve effecten groter zijn dan de winst van de exta lucht.

Maar jij bent een gecertificeerd duiker en je hebt een brevetpas om het aan te tonen, dus waar gaat het nu verkeerd? Het antwoord is .... nergens! Om iets verkeerd te doen moet je het eerst ook goed kunnen of gedaan hebben. En vermoedelijk heeft het nooit goed gegaan. Je kunt geen goede technieken ontdoen net zo min als dat je fietsen kunt ontleren.

Wat is dan de oplossing?

Een Openwateropleiding heeft meer dan 30 uur training, maar heeft maar enkele minuten van daadwerkelijke trimvaardigheidsoefeningen in zich. Denk maar aan het vin-wippen en het zweven of 'hoveren' in het blauw terwijl dit nu de vaardigheid is die HET verschil maakt in het verlagen van je luchtverbruik. Een lijst van wel 25 vaardigheden word afgewerkt met maar een paar minuten voor deze zo belangrijke voor je luchtverbruik. Het is hopen dat je trimvaardigheden wat verbeteren en dat je deze oppakt en verfijnt op die verschillende vakantieduikjes.

In mijn beleving is het je recht naast het leren duiken ook de trimvaardigheid te beheersen. Liefst al in je Open Water Opleiding maar als daar niet de tijd is dan bieden wij bijna al onze cursisten ook de Peak Performance Buoyancy specialty aan waar we 6 uur alleen maar bezig zijn met je trimvaardigheden. Waar het stil hangen omgezet wordt in minuten.

Want minuten stil hangen is min of meer geluk, maar 10 tot 20 minuten een deco stop uithangen dat is beheersing van deze vaardigheden. Je gaat zoveel of hebt zoveel tijd gegeven aan deze specialistische sport en je gaat dan weg zonder de meest belangrijke vaardigheid. Dit resulteert in het waar vele nu staan en het ongeloof dat ze dit ooit zullen beheersen.

Het kost minder tijd om goede trimvaardigheden aan te leren dan het kost om de negatieve gevolgen van het ontbreken van deze vaardigheid te compenseren. Het scheiden van goed en slechte duikers, het zoeken van privegidsen, debriefingfouten en lange discussies over veiligheid kosten veel tijd en bestendigen het vernormaliseren van je hoog luchtverbruik. 

De belangrijkste ingredienten voor een goede trimvaardigheid zijn het correct uitloden, het correct verdelen van het gewicht en drijfvermogen, het beheersen van de werking van je BCD, een goede houding in het water en een goede beheersing van de ademhaling. Elk van deze onderdelen behoeven de juiste aandacht van je instructeur, maar zeker van jou. We gaan hier dieper op deze in tijdens onze volgende artikelen over dit onderwerp.