Snorkeldiploma B

De kinderen doorlopen verschillende niveaus van de snorkeltrainingen. Op een leuke manier worden de kinderen geïntroduceerd in de onderwatersport ‘onderwater-scouting’,creatief of recreatief bezig zijn.

Het snorkelen en dus ook het oefenen naar het snorkelen B diploma begint met het leren kennen van bril, vinnen, snorkel en de loodgordel. Waarna allerlei zaken aangeleerd en geoefend worden om het snorkelen, leuker en diverser te maken.

Perfectie is hier niet het doel!

Algemene doelstellingen: kennismaken met de nieuwe technieken van het snorkelen.

De kinderen zijn in staat om na de opleiding op een veilige manier onder gelijkwaardige omstandigheden als in de opleiding zelfstandig te snorkelen in een zwembad.

 

Beginsituatie

De beginsituatie is als volgt vastgelegd:

1. Jeugdleden bij voorkeur in de leeftijd van 7 jaar of ouder.

2. In bezit van minimaal zwemdiploma A en bij voorkeur ook B.

3. In het bezit van Snorkelen A diploma of gelijkwaardig.

Faciliteiten en materialen

Zwembad

Het snorkelteam traint op maandagavond van 18.45 uur tot 19.30 uur in zwembad de Neul te Sint Oedenrode.

De minimaal benodigde duikmaterialen voor de kinderen

  • Duikmasker
  • Snorkel
  • Vinnen
  • Loodgordel met 1 a 2 kg lood

Hieronder tref je de onderwerpen aan welke wij trainen met als doel het ScubaDoe Snorkelen B diploma.

De trainingen bestaan uit 3 hoofdonderdelen: zwemvaardigheid, snorkeltechniek en behendigheid. Dit alles met als doel om te veilig te leren snorkelen waar perfectie NIET het doel is.

Het merendeel van de punten hieronder zullen de kinderen beheersen als ze hun Snorkelen B diploma behalen.

Zwemmen (zonder basisuitrusting)

  • 50 meter borstcrawl in redelijke stijl.
  • 150 meter schoolslag. Op elke baan van 25 meter een bordje opduiken vanaf tenminste 2 meter diepte.
  • 15 meter aaneengesloten onder water zwemmen.

Snorkelen (met basisuitrusting)

  • Werken met de loodgordel.
  • Snorkelen en oefeningen doen met loodgordel.
  • Met rechtstandige sprong voorwaarts te water gaan, onmiddellijk gevolgd door 150 meter snorkelen. Op elke baan van 25 meter een rol voorover maken.
  • De duikbril wordt vanaf de bassinrand in het water geworpen, waarna de bril op een diepte van tenminste 2 meter op de bodem komt te liggen. Op zelf gekozen wijze te water gaan, de bril opduiken, onder water op het gelaat plaatsen en leegblazen. Met leeggeblazen bril aan de oppervlakte komen, waarbij de handen niet aan de bril mogen zijn.
  • 50 meter buddy-breathing.
  • Over een afstand van 50 meter de buddy (drenkeling) in duwgreep vervoeren, nadat vooraf bij de buddy, al watertrappend, de snorkel uit de mond is genomen en de bril van het gelaat is verwijderd (neus en mond moeten vrij zijn).
  • Onderwater zwemmen over een afstand van 10 meter.

Vervolgens de buddy, die met het hoofd op een diepte van tenminste 2 meter aanwezig is, opduiken en in kopgreep naar de oppervlakte brengen. Snorkel en bril verwijderen (mond en neus moeten vrij zijn).

  • Aansluitend de buddy over een afstand van minimaal 2,5 meter naar de bassinrand vervoeren en de buddy zodanig aanreiken, dat helpers hem uit het water kunnen halen. Tijdens het vervoer moet het gelaat van de buddy boven water worden gehouden.

Behendigheid (met basisuitrusting)

  • Aan de oppervlakte van het water: met de armen om de opgetrokken knieën geslagen, gedurende 1 minuut, drijven waarbij geademd wordt door de snorkel.
  • Met een hoekduik naar de bodem tot een diepte van tenminste 2 meter, daar uitademen en vervolgens opstijgen.
  • 50 meter snorkelen met gebruik van één zwemvin.